05 februari 2010

Mahler 3


Het is net gelukt: het vergelijken van vijf opnames van Mahlers Derde symfonie, nog voordat ik naar de uitvoering door het KCO en Jansons zou gaan. De tekst van deze log kwam net af voor het concert – ik publiceer het er net na. Een vergelijking van vijf opnames met een eenduidig resultaat.
De uitvoering onder leiding van Jansons wordt de vijfde keer dat ik het werk live hoor. De eerste keer was in april 1991 in Rotterdam, gedirigeerd door James Conlon; het betrof zijn afscheidsconcert als chefdirigent van het RphO. In januari 1999 hoorde ik de symfonie wederom in Rotterdam, toen gedirigeerd door Gergiev. In augustus 2002 de eerste keer met het KCO, toen onder leiding van Eliahu Inbal die de zieke Chailly verving. De laatste keer was in 2004, toen Haitink en de Berliner Philharmoniker in Amsterdam op bezoek waren.
Mahlers Derde duurt ongeveer een uur en drie kwartier, en is daarmee de langste symfonie ooit geschreven. Toch is het geen zwaar werk: de eerste drie orkestrale delen zijn gevarieerd, bont en toegankelijk. De opnames die ik hier vergelijk maken duidelijk dat de vervolgdelen aan de symfonie een geheel verschillende lading kunnen geven, afhankelijk van de aard van de uitvoering: van licht en introvert, tot aangrijpend en expressief. Enerzijds bevat het werk veel licht-frisse natuur-elementen vol positieve uitbundigheid, anderzijds wijst het ook vooruit op met name de Vijfde en Negende symfonie waarin de menselijke emoties centraal staan.


Ik leerde de symfonie kennen met de eerste opname van Bernard Haitink met het Concertgebouworkest, uit 1966. Het is van de drie hier besproken Haitink-opnames zijn meest overtuigende. Haitink dirigeert het stuk met een aanstekelijke frisheid en jeugdigheid die prima passen bij deze symfonie. Het eerste en derde deel klinken verrukkelijk spontaan en natuurlijk. Maureen Forrester zingt in het ‘O Mensch!’ met een prachtige altstem en de vrouwen- en kinderkoren in het vierde deel zijn perfect verstaanbaar. Het langzame slotdeel heeft een diepgang die Haitink in de latere opnames niet zou evenaren. Dit is nog steeds een prima uitvoering, en vergeleken met de andere de enige die deze symfonie relatief jeugdig en onbezwaard beschouwt.


Met Kerstmis 1983 was bij Haitinks Kerstmatinee-cyclus de Derde aan de beurt. Wat opvalt: ook hier die verbetenheid die ook de andere kerstmatinee-uitvoeringen kenmerkt. Maar juist in deze Derde botst dat af en toe met de aard van de symfonie. Vooral in het eerste deel klinken de lyrische en zonnige marspassages niet zoals ze zouden moeten klinken. Zodra de muziek even dreigend wordt, hoor je opeens prachtige dingen, maar als geheel klopt het niet helemaal. Ook in het tweede en derde deel probeert Haitink een dreigende lading aan de muziek te geven die er niet is. In het vierde deel zingt Carolyn Watkinson erg fraai, en de vervolgdelen zijn gewoon prachtig. Maar niet mooier dan bij de opname uit 1966.


In november 1987 – een maand na zijn geweldige live-opname van de Eerste symfonie met het Concertgebouworkest (zie hier de bespreking) – dirigeerde Leonard Bernstein de Derde bij het New York Philharmonic Orchestra. En het moet er maar meteen uit: dit is allerwegen en onbetwist de beste uitvoering van alle hier besproken opnames. In mijn opschrijfboekje dat ik bij het beluisteren van deze uitvoeringen bij de hand heb, staan bij ieder deel louter superlatieven. Bernstein weet in alle delen de sfeer precies te treffen, haalt details naar voren die bij anderen onderbelicht blijven zonder ze te laten overheersen, heeft de beste trombonist in het eerste deel, overtuigt als enige in het bij anderen wat matte tweede deel, heeft met Christa Ludwig de beste en intelligenste alt, en maakt van het slotdeel een onovertroffen emotioneel hoogtepunt. Haitink en Chailly nemen tussen de 22 en 24,5 minuten voor dit slotdeel, Bernstein 28,5! Met dat effectief-tergend langzame tempo bouwt hij de spanning werkelijk tot ultieme hoogten op; de muziek grijpt je naar de keel en laat je na afloop overvoerd achter. Mahler-liefhebbers kunnen niet om deze uitvoering heen.


De opname uit 2002 van Riccardo Chailly met het Koninklijk Concertgebouworkest is van een grote schoonheid. Ondanks de relatief langzame tempi in het eerste t/m vierde deel houdt hij de spanning voortdurend vast en geeft hij een volledig afgewogen, natuurlijke en tegelijkertijd vloeiende uitvoering. Deze Chailly-Derde staat op even hoog niveau als zijn opname van de Tweede. Petra Lang zingt de ‘sch’ van het ‘O Mensch’ iets te lang en te geprononceerd, maar wat een fraaie stem heeft zij en hoe passend binnen de optiek van Chailly. Het slotdeel klinkt fraai lyrisch. Van alle opnames beschikt Chailly bovendien over het beste orkest en de mooiste opname. Voor wie een hekel heeft aan Bernstein (wat ik me eigenlijk niet kan voorstellen) heeft met de opname van Chailly het best denkbare alternatief.


In oktober 2006 dirigeerde Haitink bij het Chicago Symphony Orchestra drie concerten met Mahlers Derde op het programma. Daarvan werd voor het nieuw te starten eigen label van het orkest een fraai klinkende opname gemaakt. Van de drie Haitink-opnames uit deze vergelijking is het echter de meest gemiddelde, en de minst overtuigende. Het Chicago Symphony is een geweldig orkest, maar de opvatting van Haitink en de tempi zijn te bedachtzaam en soms zelfs wat gewoontjes. De vaart is er soms helemaal uit, zonder dat er diepgang of spanning tegenover staat. Michelle DeYoung is de minst fraai zingende alt van deze vergelijking. Het slotdeel klinkt mooi maar wederom vlak.

Conclusie
Het zal duidelijk zijn: Bernstein is mijn absolute winnaar van deze vergelijking, met Chailly op een goede tweede plaats. Voor de oude Concertgebouw-opname van Haitink zal ik altijd een zwak blijven houden: de frisse, jeugdige aanpak bezorgt die uitvoering een eigen positie. De Kerstmatinee-uitvoering is op punten mooi, maar ook wat onevenwichtig en niet altijd passend bij het karakter van deze symfonie. De Haitink-Chicago is te gewoontjes om te overtuigen.

10 Comments:

Blogger Martien said...

Interessant! Sinds ik de Chailly in de kast heb is hij wat mij betreft onovertroffen. De Bernstein heb ik lang niet meer beluisterd; ik vond het eerste deel helemaal perfect, maar de rest merkwaardig ruw, op het lompe af. Toch maar weer eens hernieuwd kennismaken...

05 februari, 2010 23:59  
Anonymous NvT said...

Tja.. tja.. Haitink + Mahler = overvloed aan opnamen. Zoals ook de tamelijk maffe david Hurwitz voorspelt voor 2010, al gaat het dan om Mahler 2 (http://www.classicstoday.com/features/20091229_2010Preview.asp):

"Mahler: Symphony No. 2 “Resurrection”; Bernard Hatink conducts the Cleveland, Philadelphia, Los Angeles, Staatskapelle Dresden, Philharmonia, Lahti, Berlin Philharmonic, St. Louis, St. Petersburg, Tokyo Metropolitan, Toronto, Warsaw, and European Youth orchestras (all proprietary labels).

Even though he has recorded this symphony four or five times already, Bernard Haitink has decided to take advantage of the recent trend of orchestras producing their own recordings. He has reportedly demanded as part of his contract that they release every performance of Mahler’s Second Symphony that he conducts. That means we should get at least 13 new versions in 2010. Haitink’s avowed goal is to “Let the music speak for itself,” and to ensure that every performance sounds as much like every other as possible. His motto: “Consistency through anonymity.” Mahlerians, take note."

ps ik ben ook erg gelukkig met mijn Chailly-opname, maar dat is dan ook de enige die ik heb. Bernstein maar eens luisteren dan. Dank voor de overzicht!

06 februari, 2010 10:14  
Anonymous NvT said...

de=dit *kuch*

06 februari, 2010 10:15  
Blogger Martien said...

O help. Nog 13 Haitink Mahler 2's erbij!? dat is hopelijk niet echt waar... Ik heb een paar weken terug zijn versie uit Chicago aangeschaft - zonde van het geld. Wat een matte, fletse bedoening.

06 februari, 2010 11:21  
Anonymous Ruurd van der Weg said...

Om het nog moeilijker te maken: ik ga ook voor Bernstein, maar dan zijn opname uit april 1961 (!) met de New York Philharmonic (Sony SM2K 61831). Fris van de lever gespeeld. Het laatste deel ("Wat de liefde mij vertelt") duurt hier ongeveer 25 minuten en is dus nog niet zo "uitgerekt" als in de opname van 1987.

06 februari, 2010 11:56  
Anonymous Leen said...

De DG Mahlers door Leonard Bernstein waren voor mij de eerste kennismaking met de symfonieën van Mahler. Deze uitvoeringen zijn mij nog altijd heel dierbaar (bijzondere herinneringen).
Overigens schijnt Claudio Abbado ook een heel groot Mahler dirigent te zijn. Daar hoor ik hier niets over! Wie kent hem?

11 februari, 2010 10:20  
Anonymous Anoniem said...

Ik ga met 100 % zekerheid voor de eerste opname van Haitink uit 1966.
Aanbevolen. Alles klinkt spontaan, helder en fris. Enige minpuntje is dat het laatste deel naar mijn smaak te snel is, daarin is Bernstein overtuigender.

13 februari, 2010 20:57  
Anonymous Didi said...

Leuke blog, dat in de eerste plaats! Mijn persoonlijke favoriet is ook een Haitink Zijn opname uit 1990 met de Berliner Philharmoniker. Wat mij betreft geeft deze opname de sfeer van het stuk optimaal weer. Het laatste deel duurt hier 26 min overigens! Prachtige opname ook.

06 april, 2010 00:54  
Blogger Hans said...

Dank voor dit overzicht. Ik ben wel bijzonder benieuwd naar wat u van de recent uitgebrachte CD van Jansons vind. Ik ken de uitvoering van Bernstein niet maar over de uitvoering van Jansons (met name de intrumentale delen en het meest het 3e deel) ben ik meer dan lyrisch

06 september, 2011 15:48  
Anonymous Anoniem said...

Leuk om de recensie van 5 uitvoeringen te lezen. Mahler's 3e symfonie is de mooiste symfonie die ik ken en vanavond gaat mijn droom in vervulling: ik heb een kaartje voor de 3e, gespeeld door het Concertgebouw orkest en geleid door de nieuwe dirigent Daniele Gatti.

De afgelopen dagen heb ik me voorbereid door te luisteren naar Abbad 1980, Boulez 2001 en Chailly 2003. Allemaal mooi op hun eigen manier.

Ik zal een recensie hier achterlaten!

16 januari, 2015 15:32  

Een reactie posten

<< Home