26 december 2012

Concert 25 december 2012

Dinsdag 25 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Ferrucio Furlanetto, bas

Mozart: Ouverture Le Nozze di Figaro
Mozart: Madamia, il catalogo è questo uit Don Giovanni
Mozart: Non più andrai uit Le Nozze di Figaro
Mozart: Tutto è disposto... Aprite un po' quegl'occhi uit Le Nozze di Figaro
Mozart: Vedr Mentre lo Spospiro uit Le Nozze di Figaro
Bruckner: Symfonie nr. 7

Dit is mijn vierde kerstmatinee op rij; het is de best denkbare besteding van de tijd voorafgaande aan het kerstdiner. Dit keer had ik mijn ouders uitgenodigd; ik had ze getrakteerd op prachtige plaatsen midden in de zaal. En tja, dan eerst Ferrucio Furlanetto! Gottegot, wat een beheersing, vakmanschap en kennis van wat hij zingt! Furlanetto is 63, maar zijn stem is nog puntgaaf. Na zijn geweldige debuut bij het KCO twee jaar geleden (zie hier de weblog) maakte hij voor Jansons een uitzondering op de Italiaanse regel dat je met Kerst thuis bij je moeder bent. Hij zong de vier Mozart-aria's zoals ik ze nog nooit gehoord had: ieder woord kreeg aandacht, ook in gebaren. Een grandioos optreden! Na de pauze (zeer ongebruikelijk bij een kerstmatinee) wederom Bruckners Zevende. Even goed als twee dagen eerder, zie hieronder; jammer dat het publiek minder stil was dan zondagmiddag. Veel gehoest en na ieder deel een aarzelend applaus. Het kerstmatinee-publiek is bepaald geen Bruckner-kenner. Het maakte voor de uitvoering allemaal niet uit. Ook deze middag een sublieme Zevende, en hoe goed nu voor het eerst in de kerstmatinee een Brucknersymfonie op de lessenaars te hebben. Jansons is een groot Bruckner-dirigent!

Concert 23 december 2012

Zondag 23 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Lisa Batiashvili, viool

Prokofiev: Vioolconcert nr. 1
Bruckner: Symfonie nr. 7

Twee jaar geleden zou Jansons al Bruckners Zevende bij het KCO dirigeren, maar hij moest die concerten toen afzeggen; Haitink nam deze over (zie hier de weblog). Nu dan toch met Jansons, en ik hoorde zelden zo'n sonoor gespeelde Brucknersymfonie. Vloeiende tempi, grote detaillering en verschillen in dynamiek, en vooral: een sublieme harmonische eenheid tussen strijkers, hout- en koperblazers. De hoorns, wagnertuba's, trombines en trompetten: ze speelden fantastisch. Jansons maakte er een krachtige uitvoering van, beklemtoonde de duistere klanken en liet het orkest dan weer fluisterzacht, dan weer op volle sterkte spelen. De symfonie klonk alsof deze al veel vaker uitgevoerd was, maar dit was toch echt de eerste keer. Voor de pauze het Eerste vioolconcert van Prokofiev; niet echt een lievelingsstuk, maar zo fragiel en mooi klinkend gespeeld als door Lisa Batiashvili slik ik alle reserves tegen Prokofiev in. Een recensent schreef over een uitvoering eerder deze week dat de violiste nauwelijks tegen de technische eisen van met name het middendeel opgewassen was, maar tijdens dit concert speelde ze feilloos.

Opera 21 december 2012

Vrijdag 21 december 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Mozart: Die Zauberflöte

Tamino - Maximilian Schmitt
Sarastro - Brindley Sheratt
Sprecher - Maarten Koningsberger
Königin der nacht - Iride Martinez
Pamina - Christina Landshamer
Papageno - Thomas Oliemans
Papagena - Nina Lejderman
Monostatos - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v Marc Albrecht

In de NRC en het Parool werd deze nieuwe productie de hemel in geprezen, en inderdaad: dit was een buitengewoon prachtige Zauberflöte. Ik zag er aanvankelijk een beetje tegenop; de eerdere producties bij DNO waren geen succes, en met name het tweede bedrijf kan langdradig zijn door de vele dialogen. Deze enscenering en uitvoering logenstraften echter alle mogelijke bezwaren. De enscenering was grandioos: inventief, grappig, en zo realistisch als mogelijk. De slang geprojecteerd op het scherm, Tamino er verlicht achter: treffend! Het hangende plateau bleek voor de vele scènewisselingen een multifunctionele vondst. De kwaliteit van de uitvoering was onverwacht goed. Maximilian Schmitt acteerde wat kleurloos, maar zong prima. Thomas Oliemans is een gemiddeld goede bariton, maar hij droeg met zijn geweldig acteren bijkans de hele voorstelling. Iride Martinez zong een uitstekende 'Hölle Rache'; zo goed had ik die aria nog niet live horen zingen. Grote verrassing was echter Brindley Sheratt. De rol van Sarastro is geen gemakkelijke; diens aria's vereisen een krachtige sonore stem, en Sheratt zong met autoriteit en vol schoonheid. Marc Albrecht deed voor de prestaties op het podium bepaald niet onder, ook hier tegen de verwachting in. Albrecht bracht met het Nederlands Kamerorkest een felle, Harnoncourt-achtige speelstijl: puntig, fel, vol vaart. Als ik geweten had dat deze Zauberflöte zo goed was, zou ik zeker nog een tweede keer gegaan zijn. Maar alle resterende voorstelingen waren al uitverkocht. Terecht!

24 december 2012

Concert 6 december 2012


Donderdag 6 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Sir John Eliot Gardiner
Kristian Bezuidenhout, piano

Mozart: Symfonie nr. 31
Beethoven: Pianoconcert nr. 2
Tsjaikovski: Symfonie nr. 2

De lange Sir John is een energiek man, ook op zijn 69ste. Bovendien een perfectionist. Dat bleek meteen na het eerste deel van de Parijse symfonie van Mozart. Halverwege dat deel hoorde ik een bromtoon en tijdens de rust tussen het eerste en tweede deel gebaarde Gardiner dat die eerst moest verdwijnen voordat er verder gespeeld zou worden. Na vijf minuten stopte de bromtoon en continueerde Gardiner en het KCO de symfonie. Aardig gedaan: ze speelden achter elkaar de beide versies van het Andante. Geen gemakkelijke symfonie overigens: de hoge vaart van het openings- en slotdeel vereist ultieme punctualiteit. En dat bood het orkest! In het Tweede pianoconcert van Beethoven trok Bezuidenhout de aandacht met een geweldige eigen cadens in het openingsdeel. Normaliter hoeft zo'n eigen cadens van mij niet: doe nu maar gewoon die van de componist. Maar deze van Bezuidenhout was expressief en virtuoos; het publiek hield zijn adem in. Het concert klonk fris, gewaagd en precies; een heerlijk stuk. Gardiner en Tsjaikovksi is geen alledaagse combinatie, maar hij dirigeerde deze Kleinrussische vol scherpte en energie, en met een perfect spelend KCO krijg je dan vanzelf een prima uitvoering voorgeschoteld.

23 december 2012

Opera 30 november 2012



Donderdag 30 november 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Das Rheingold

Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Loge - Stefan Margita
Alberich - Werner van Mechelen
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Erda - Marina Prudenskaja
Fasolt - Stephen Milling/Günther Groissbüock
Fafner - Jan-Hendrik Rootering
Froh - Marcel Reijans
Donner - Vladimir Baykov
Woglinde - Lisette Bolle
Wellgunde - Barbara Senator
Flosshilde - Bettina Ranch
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Wat bij de première nog niet helemaal goed ging, lukte bij deze laatste voorstelling uit de reeks wel. Ik zat op een fraaie plaats (op het eerste balkon rechts): daarmee zag het er allemaal weer net wat anders uit. Ik heb deze Rheingold zowat vanuit alle hoeken van de zaal gezien, bij de eerste voorstellingenreeks ook een keer vanuit de 'adventure seats'; dat ik ook deze elfde of twaalfde keer geboeid heb zitten kijken en luisteren, mag toch wel de kracht van deze enscenering onderstrepen. De uitvoering was helemaal goed; een Rheingold om in je geheugen te koesteren.

02 december 2012

Opera 15 november 2012


Donderdag 15 november 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Das Rheingold

Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Loge - Stefan Margita
Alberich - Werner van Mechelen
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Erda - Marina Prudenskaja
Fasolt - Stephen Milling/Günther Groissbüock
Fafner - Jan-Hendrik Rootering
Froh - Marcel Reijans
Donner - Vladimir Baykov
Woglinde - Lisette Bolle
Wellgunde - Barbara Senator
Flosshilde - Bettina Ranch
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Deze weblog bestaat nu ruim zes jaar, maar de Amsterdamse Ring des Nibelungen werd hier nog niet besproken. En dat terwijl ik alle vier de opera's van de Ring in deze enscenering alles bij elkaar zo'n tien keer gezien heb; ik zal met mijn oude muziekschriftje binennkort de optelsom maken. Na de laatste voorstellingenreeks in 2005 wilde men het decor aan de vuilnisman meegeven; voor de opslag ervan is een flinke loods nodig, en dat kost geld. Uiteindelijk besloot DNO rondom het Wagnerjaar 2013 deze Ring nog één keer te programmeren, maar na de laatste voorstellingen van de hele cyclus in februari 2014 gaat alles toch echt de verbrander in. Misschien jammer, maar muziek is nu eenmaal een vluchtige kunstvorm. En de herinnering zal blijven. Waarom nu reeds zo'n nostalgisch verhaaltje? Ach, alleen al deze Rheingold is in zijn uitbeelding ijzersterk. Audi en Tzipin knopen de drie werelden van Das Rheingold (de bodem van de Rijn, de Godenwereld en het onderaardse Nibelheim) geloofwaardig aan elkaar. Wanneer Wotan en Loge naar Nibelheim vertrekken, lopen ze rechts het podium af, zie je ze achterin naar links lopen en opeens helemaal linksbovenin de ijzeren trap naar het podium afdalen. De openingsscene, op de bodem van de Rijn, is geweldig gedaan; de Rijndochters glijden over het schuine plexiglazen vlak als vissen in het water, en ook hier klopt het toneelbeeld met de uitspraken 'oben' en 'unten'.
De uitvoering was bij deze première nog niet helemaal perfect. Het orkest maakte enkele vervelende missertjes, en het klonk allemaal nog wat onwennig. De cast was gemiddeld goed, ofschoon niet uitzonderlijk. Stephen Milling kon door ziekte niet zingen, maar acteerde wel; Günther Groissböck zong vanaf de zijkant zeer fraai de rol van Fasolt. De licht en wenbaar zingende Stefan Margita maakte van Loge een fraai personage, subtieler dan Chris Meritt bij vorige uitvoeringsreeksen.


Recital 11 november 2012


Zondag 11 november 2012, Concertgebouw Amsterdam
Paul Lewis, piano

Schubert: Sonate in c, D958
Schubert: Sonate in A, D959
Schubert: Sonate in Bes, D960

De drie laatste pianosonates van Schubert achter elkaar op één avond: dat is intens genieten. Ik ken deze stukken al sinds mijn studententijd, en houd er meer van dan van de meeste Beethovensonates en veel andere pianomuziek. Iedere keer wanneer ik naar deze sonates luister, beklemt me de gedachte dat wanneer het Schubert gegeven zou zijn nog tien jaar langer te leven we nog zoveel meer van dit onaards mooie overgeleverd zouden hebben. Maar goed, Paul Lewis speelde technisch perfect, misschien iets te 'straight forward', maar hij deelde met een doodstille zaal tot ruim na half elf de overtuiging dat Schubert in zijn laatste levensjaar wonderen verrichte.