25 oktober 2015

Concert 25 oktober 2015

Zondag 25 oktober 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Nederlands Kamerkoor
Judith van Wanroij, sopraan

Bach: Cantate Nach dir, Herr, verlanget mich, BWV150
Bach: Motet Jesu meine Freude, BWV227
Brahms: Symfonie nr. 4

Twee weken na de start van het miniproject Brahms meets Bach het vervolg met een (naar men denkt) vroege Bachcantate, het onweerstaanbaar fraaie motet Jesu meine Freude en Brahms' meest geniale orkestwerk. De cantate werd wat lijzig gespeeld en gezongen, maar dat paste wonderwel bij die altijd speciale zondagmiddagambiance in de Grote Zaal, wanneer het daglicht via de halve koepels binnendringt. Het kamerkoor moest in de cantate even op stoom komen, maar hoe geweldig klonk het motet Jesu meine Freude daarna! Van de Bachmotetten is dit mijn lievelingsstuk, en vooral dan het Gute nacht, hier gezongen door slechts negen zangers. Er zaten links en rechts op het podium zich meer en meer vervelende kinderen, maar tijdens dit gedeelte zaten ook zij opeens als vastgevroren op hun stoelen. Na de pauze dirigeerde Daniel Harding een memorabele Vierde van Brahms, zoals ik dit stuk nog nooit eerder hoorde: vloeiend, licht, transparant en uiterst gedetailleerd. Een klassieke uitvoering, tot in de puntjes verzorgd. Dat zo'n jonge dirigent het KCO tot zo'n sublieme Brahms heeft weten te verleiden, zegt veel over zijn kwaliteiten. Fluittiste Emily Beynon speelde haar solo in het vierde deel ontroerend mooi; de tranen sprongen in mijn ogen. Ik kan er na zovele beluisteringen nog steeds niet over uit hoe geniaal gecomponeerd dat slotdeel is: Brahms is altijd goed, maar dit deel is zijn allerbeste orkestcompositie.