30 oktober 2016

Opera 10 oktober 2016

Maandag 10 oktober 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Puccini: Manon Lescaut

Manon - Eva-Maria Westbroek
Des Grieux - Stefano La Colla
Lescaut - Thomas Oliemans
Geronte di Ravoir - Alain Coulombe
Edmondo - Alessandro Scotto di Luzio
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Joel

Deze vroege maar bijzonder meeslepende Puccini-opera klonk nog niet eerder in het Muziektheater. Het werd tijd, ook al is het begrijpelijk dat deze opera zelden wordt uitgevoerd: er zijn een grootse dramatische sopraan en lyrische tenor voor nodig die beiden perfect bij bij stem zijn en niet hoeven te forceren in hun rol, en zulke zangers zijn niet breed voorhanden. En ja: die had DNO weten te contracteren. Eva-Maria Westbroek is natuurlijk de publiekslieveling, en ze is inderdaad nog steeds formidabel. Maar het moet ook gezegd dat ze niet (meer) de ideale Puccini-zangeres is. Haar stem is donker en krachtig, maar ook weinig subtiel. Haar présence is daarentegen grandioos, dus eigenlijk valt er niks te klagen. De tenorpartij is zo mogelijk nog veeleisender en DNO haalde een sublieme Italiaan in huis. Thomas Oliemans zong een prima Lescaut - tja: daar was opeens een scene waar twee Nederlanders samen alleen op het podium heerlijk Puccini stonden te zingen. Dat gebeurt niet vaak! De enscenering viel helaas flink tegen: Andrea Breth schijnt een grote naam in de theaterwereld te zijn, maar ze beeldde dit meeslepende verhaal koel en afstandelijk uit. Bij haar opkomst bij het slotapplaus klonk er een boe-geroep zoals ik al lang niet meer had gehoord. Bij deze première klonk het orkest te hard en te ongenuanceerd. Joel dirigeerde weliswaar zwierig en vol vaart, maar het tuitte in mijn oren bij de pauze en na afloop. Het verrukkelijke Intermezzo tussen het derde en vierde bedrijf (op mijn cd-opname thuis o.l.v. James Levine wordt dit aan het begin van de derde akte gespeeld....) had zoveel dramatischer gespeeld kunnen worden! Ik schrijf deze weblog nadat ik ruim 2 weken later de laatste voorstelling van deze reeks bezocht, en de indruk daarvan was veel beter dan tijdens deze prèmiere, maar het is niet anders dan dat ik deze avond niet bepaald voldaan en overtuigd de zaal verliet.

22 oktober 2016

Concert 30 september 2016

Vrijdag 30 september 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Mahler: Symfonie nr. 7

Jansons vertrok anderhalf jaar geleden als chefdirigent, maar dirigeerde afgelopen juni met zijn oude orkest de opera Pique dame in het Muziektheater (zie hier en hier), en een kleine drie maanden later alweer terug in de Grote Zaal met Mahler 7. De liefde tussen dirigent en orkest is er nog steeds; dat bleek zowel tijdens als ook na de uitvoering bij het applaus. Jansons dirigeerde de Zevende al eens eerder bij het KCO, in december 2000. Ik was indertijd bij de uitvoering op 6 december en vond die toen teleurstellend. Ik schreef in mijn muziekschriftje dat ik de energie miste die bij Jansons zo gebruikelijk was. Welnu, deze uitvoering 16 jaar later doet de herinnering verbleken; want dit was een meer dan geweldige uitvoering! Langzame tempi in het openingsdeel, maar perfect orkestspel en een transparante en gedetailleerde vertolking. Tegelijkertijd kreeg dit overspannen eerste deel alle dramatiek en kracht die het nodig heeft. Het slotdeel is problematisch, maar bij Jansons klonk het Rondo sprankelend, bruisend en spannend. De drie delen ertussen hoorde ik nog nooit zo verfijnd, speels en dreigend. Wat een fraaie delen zijn dat dan opeens! Het applaus was terecht stormachtig. Er zijn nog een Mahler 9 en enkele Bruckners die Jansons hier nog niet gedirigeerd heeft. En tja, een Boris Godoenov...