26 februari 2017

Concert 16 & 19 februari 2017

Donderdag 16 en zondag 19 februari 2017, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
dames Nederlands Kamerkoor

Debussy: Prélude à l'après-midi d'un faune
Debussy: Trois nocturnes
Bruckner: Symfonie nr. 7

Het heeft weer even geduurd, maar na een kleine vier jaar maakte Haitink zijn zoveelste come-back bij zijn oude orkest. De keren ervoor dirigeerde hij eveneens Bruckner (de Achtste en de Vijfde): zie hier en hier. Deze twee keren waren concerten van de ultieme magie. In Debussy is Haitink de beste dirigent die er is. Het is allemaal ragfijn, dramatisch en vloeiend, en vooral klein, minutieus, subtiel. Geen enkele andere dirigent doet dat hem na. Ook in de Zevende van Bruckner hield Haitink het vloeiend: relatief vlotte tempi, maar tegelijkertijd veelzeggend, geraffineerd en intens. In de coda van het Agadio klonken de Wagnertuba's op hun allermooist. Wat een ruimtelijke muziek componeerde Bruckner hier! De verschillen tussen de uitvoeringen op donderdagavond en zondagmiddag waren klein. Op zondagmiddag gaf Haitink de hoornsectie na het Adagio een kushand. De liefde tussen het KCO en de 87-jarige Haitink is weer helemaal terug. Over ruim een jaar - hij zal dan net 89 zijn - keert hij DV terug bij het orkest met de Negende Mahler. De foto hierboven werd tijdens de repetities voor deze concerten gemakt.

21 februari 2017

Concert 9 februari 2017

Donderdag 9 februari 2017, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alan Gilbert
Augustin Hadelich, viool

Roukens: Boundless
Bernstein: Serenade
Sibelius: Symfonie nr. 4

Ik kan me niet herinneren of, en zo ja wanneer ik de Vierde symfonie van Sibelius eerder life gehoord heb. Ik ken het stuk al sinds mijn jonge jaren. De opname van Von Karajan op DG behoorde tot de eerste cd’s die ik kocht, dus toen draaide ik het stuk vaak. Tegenwoordig nauwelijks meer. Het is bepaald geen feestmuziek. Maar een grandioze symfonie is het alleszins: het is nog donkerder en depressiever dan Mahlers Zesde. Het KCO speelt zelden een symfonie van Sibelius, en met de Vierde op het programma een uitgelezen kans om het life te horen. Alan Gilbert sprak voor de uitvoering de zaal toe en dat zorgde ervoor dat het conservatieve publiek van de B-serie daarna vol aandacht luisterde. Gilbert heeft duidelijk affiniteit met Sibelius: de Vierde klonk geconcentreerd, voldragen en sonoor. Voor de pauze stond de muziek van Leonard Bernstein centraal. Eerst een opdrachtwerk van Joey Roukens, waarvoor hij zich door de grote Amerikaanse dirigent en componist had laten inspireren. Een levendig en aantrekkelijk orkestwerk dat vaker gehoord mag worden. Daarna de Serenade van Bernstein zelf, een half uur durend vioolconcert dat ik lang geleden eens eerder hoorde en dat eveneens vaker gespeeld mag worden. Het is een mooi, gevarieerd concert, typisch Bernstein: klassiek en jazz combinerend. Augustin Hadelich verving als solist de aanvankelijk aangekondigde KCO-concertmeester Liviu Prunaru, en deze jonge Duitser speelde meer dan voortreffelijk. Met een Paganini-capriccio als toegift kreeg hij de zaal helemaal plat.